Boudewijn de Groot.
Voorjaar 1964. Gemaakt in Lennaert's kamer in zijn ouderlijk huis. Op de
achtergrond is het tikken hoorbaar van de grote Schwarzwalderklok.
Band/banden waarmee de ene platenmaatschappij na de andere afgelopen
werd, om een nieuwe langspeelplaat van
Rob de Nijs op te kunnen
nemen.
De informatie over het bandje voor
Ed Lautenslager is
gebaseerd op informatie van
Lennaert Nijgh,
zoals weergegeven in het boek Tekst en Uitleg.
Lennaert vermeldt dat het bandje is bewaard.
De informatie over de
Astrid Nijgh band/banden
is gebaseerd op herinneringen van
Rob de Nijs, zoals
weergegeven in het boek Zilver [boek]. Het zou gaan om
opnamen van onder andere Jan Klaassen de trompetter en
Dag zuster Ursula. Maar deze liedjes zijn door
Boudewijn de Groot op muziek
gezet, dus misschien gaat (ging?) het om andere liedjes? Het boek vermeldt
niet of deze opnames zijn bewaard.
De informatie over de
Boudewijn de Groot
demo-opname komt van Roely van Dam. Deze demo is bewaard.