Type: Knipselmap

Beneden alle peil

KNIPSELS:
[bespreking tweede elpee]  1966, [november?]
Uitgangspunt voor de LP [Voor de overlevenden [LP stereo]] was 'Beneden alle peil', een nogal verbitterd liedje van een jongen, die het zeer kort geleden heeft uitgemaakt met een meisje, dat hem heeft bedrogen.
Boudewijn zegt: 'Dit is het voornaamste liedje van de LP. Het is namelijk het allereerste uitgangspunt, zijn situatie. Het zou ook mijn situatie kunnen zijn, omdat het een zeer algemene situatie is, t.w. het afscheid van een meisje dat hem bedrogen heeft. En vanuit die 'Beneden alle peil'-situatie, komt hij ertoe af te rekenen met het verleden. Dan komt hij dus in een nieuwe situatie terecht, zoals die beschreven is in 'Lied voor een kind dat bang is in het donker'. Dit liedje is het enige op de LP dat niet een terugdenken beschrijft aan een situatie in het verleden, maar die situatie zelf beschrijft, een flashback dus. Terwijl in dit liedje verder geen beschouwingen aan die situatie-van-toen worden verbonden, probeert de hoofdpersoon in de overige liedjes juist steeds om met dat verleden klaar te komen.
Er is nog een tweede sleutel: Zoals 'Beneden alle peil' een algemene situatie beschrijft, die de impuls geeft tot het afrekenen met het verleden, zo ontketent 'Het land van Maas en Waal' bij Boudewijn persoonlijk hele associatiereeksen, die tot ver in zijn jeugd teruggaan.In een nogal absurde tekst 'met Jeroen beelden' probeert Lennaert Nijgh die chaotiese assosiatieketens weer te geven. De overige liedjes beschrijven verder de afrekening met het verleden, waarbij hier en daar een derde fase een rol gaat spelen: de toekomst. Maar hierover later. De afrekening met het verleden, de jeugd, komt het scherpst tot uiting in het liedje 'Testament', waarvan de eerste regels luiden: 'Ik maak het testament op van mijn jeugd, hoewel ik geen geld of goed heb weg te geven. Deze situatie, het zich rekenschap geven van de jeugd en de poging die herinneringen te verwerken, om vervolgens als 'volwassene' (wat is dat?) het leven in te gaan, is wel het hoofdthema van de plaat te noemen. [...]
Land van Maas en Waal krijgt een Gouden Plaat  1967, maart
De tekst van 'Het land van Maas en Waal' is van Lennaert Nijgh, die voor zijn hitwerk wel uit een ander vaatje tapt dan zijn confrater uit Weert, Johnnie Hoes. In het boekje 'Voor de overlevenden' beschrijft Nijgh de samenwerking met Boudewijn. 'Boudewijn neemt alsdan de tekst en houdt die enige tijd voor zijn gezicht. Men zou denken dat hij las. Maar zo eenvoudig gaat het allemaal niet in deze wereld. Terwijl de tekstschrijver als een aanstaande vader in toenemende wanhoop afwacht, verloopt er een kwartier, toch wel voldoende om 'Beneden alle peil' naar waarde te schatten. Dan kijkt Boudewijn de Groot, Neerlands protestzanger nummer één, op, en spreekt, zeggende: 'Anneke, heb je het ziekenfonds al betaald?'
Een vreemde vogel [artikel]  1967, [april? mei?]
Lennaert Nijgh. De naam klinkt intussen bekend in Nederlandse oren. Hij is de man die Boudewijn de Groot van teksten voorziet. De man áchter Boudewijn, verantwoordelijk voor de poëzie die de langharige, hoogst individualistische bard van deze gekke tijd met zoveel succes in klanken verpakt. Om maar enkele titels te noemen: Lied voor een kind dat bang is in 't donker, en Beneden alle peil, en Vrijgezel. En ook, natuurlijk: Land van Maas en Waal, dat dit jaar dé carnavalsschlager werd.
De belangrijkste nieuwe langspeelplaten  1974, augustus 4
Op deze elpee [Dubbel, twee] is duidelijk te merken, dat Lennaert Nijgh niet alle nummers heeft geschreven samen met Boudewijn. Voorbeelden: het zwaar verteerbare 'Draai Weer Bij', evenals de boerenkoolmetworstenspekvetnummers 'Nee Meeuw' en 'Heksenlied'. Behalve deze staan er nog wel een paar nummers op die eerst vaak gedraaid moeten worden, voordat men ze kan beginnen te waarderen, maar wat er overblijft is wel zo verschrikkelijk goed, dat iedere Boudewijn de Groot-fan voor die nummers vijf gulden en een kwartje wil betalen. 'Beneden Alle Peil' slaat zeer duidelijk niet op deze elpees!
'Ik hou er natuurlijk iets aan over'  1977, februari 26
Boudewijn de Groot (32), de in zichzelf gekeerde pionier van het Nederlandse luisterlied, is gezwicht voor de morele pressie die er vanuit België op hem werd uitgeoefend. Na jarenlang een nogal teruggetrokken bestaan te hebben geleid, vertoont hij zich sinds november '76 weer 'live' aan het Vlaamse publiek. [...] Zij worden niet teleurgesteld. Boudewijn heeft grondig gerepeteerd met zijn tijdelijk in het leven geroepen Jeroen Bosch Band, kent alle teksten weer van buiten en de hits van weleer bruisen van vitaliteit. Noem ze maar op: Meisje van zestien, Aeneas nu, Het Spaarne, De Waterdrager, Ballade van de vriendinnen van een nacht, Beneden alle peil, De Noordzee, Verdronken vlinder, Testament, Jimmy, Als de rook om je hoofd is verdwenen. Anderhalf uur blijde herkenning.
Boudewijn keert terug  1979, oktober 25
DILBEEK/SCHIEDAM - "Jouw armen, liefste, zijn niet om te slaan. Je moet je handen niet tot vuisten maken..." Zacht, bijna fluisterend devoot, zingt de zaal de woorden mee. De voorzanger, het donkere lange haar getekend door enkele flarden grijs, begeleidt op de akoestische gitaar. Boudewijn de Groot is terug. Hoeveel jaar is het geleden dat Boudewijn dit beneden alle peil voor het eerst zong? Vijftien jaar misschien? Beneden alle peil, waarvoor Lennaert Nijgh de tekst schreef, staat op de langspeelplaat Voor de overlevenden. Boudewijn, in een rood geruit jasje, staart op de hoes peinzend de wereld in.
Onze wortels zaten diep in de villawijk  1990, september 21
In 1973 maakte [Boudewijn] een volwassen comeback met Hoe sterk is de eenzame fietser. En toch roept zijn naam voornamelijk associaties op die worden gekleurd door de zwartwit-televisiebeelden van de tweede helft van de jaren zestig. We zien een sombere, nauwelijks bewegende jongen boos staan zingen, de ogen van boven en opzij afgeschermd door plat geborstelde zwarte krullen. Hij keert zich tegen een staatshoofd van een bevriende natie: 'Schrik maar niet te veel van al die dooie mensen / droom maar van de overwinning en van macht/ droom maar niet van al die vrome vredeswensen / Meneer de President, slaap zacht!'; en tegen ontrouwe vriendinnen: 'Maar jij denkt alleen maar aan je eigen heil / jij denkt alleen maar aan je eigen zaken / en dat is toch beneden alle peil'. Pure melancholie kon ook: 'Zo te sterven op het water / met je vleugels van papier'. [Verdronken vlinder] Of intiemer: 'Als ik groot ben wil ik even / groot en sterk zijn als de rest. / De poes vindt van niet. / Hij zegt 'ik kan hem niet verstaan'/ Als ik groot ben, is dat van de baan / want grote mensen praten niet met poezen'. [Voor de overlevenden [lied]]
Bespreking tribute-CD  1995, januari 14
[Boudewijn, over de uitvoering door Arno op Als de rook is verdwenen...]
'Móói hè? Ik vind het zó mooi! Echt hartverscheurend. Het is Oostends-Waals, dus ik versta het niet, maar ik hoor wel dat hij de schuld uiteindelijk bij zichzelf legt. Je suis le prince des cocus. Dat vind ik mooi. Dat typische Parijse kunstenaarssyndroom, van: er wordt met mij gesold en ik kan er niks tegen doen en godverdomme wat ben ik toch ook een stomme zak! En iedere keer wéér dezelfde fout maken. Bijna existentialistisch geharrewar, Bij mij was het de schuld bij de ander leggen, zo van: stoute meid, hoe kun je me zoiets aandoen, bah, foei, dat vind ik niet lief van je. Een nogal tuttige manier van zich verongelijkt voelen. Dit is véél véél universeler. Echt dramatisch theater. Op de een of andere manier doet het me ontzettend aan Céline denken, dat voortdurende 'godverdomme' dat er boven hangt. En dan dat amechtige harmonium, zo traag als stroop. In die zin vind ik het ook een heel gewaagde uitvoering.'
Gala van het Nederlandse lied  2000, maart 18
[Over Het Radio 2 Gala van het Nederlandse Lied [2000]:] Het is niet voor het eerst dat artiesten een ode brengen aan Boudewijn de Groot. Dat gebeurde ook al op 20 mei 1994 toen hij vijftig jaar werd. Radio- en televisiemaker Jan Douwe Kroeske vroeg diverse bands en artiesten voor die gelegenheid een nummer van Boudewijn de Groot in een eigentijds jasje te steken. Met als resultaat het album 'Als de rook is verdwenen'. The Nits kwamen letterlijk met een 'Meisje van zestien', de experimentele band Shine vroeg Simon Vinkenoog om 'Captain Decker' te zingen, het Belgische dEUS vertolkte een wel heel onheilspellende 'Kinderballade' en de eveneens Belgische Arno Hintjes dramatiseerde 'Beneden alle peil' op meesterlijke wijze.
Samensteller van knipselmap en knipsels: Daniël




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email